BNB 2018/67
Verrekening loonbelasting met inkomstenbelasting. Indien sprake is van inhouding, is de vraag of de werknemer ter zake van de inhouding al dan niet te goeder trouw was niet van belang
HR 01-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3038, m.nt. A.L. Mertens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 december 2017
- Magistraten
Mrs. Koopman, Groeneveld, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
17/01245
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
A.L. Mertens
- JCDI
JCDI:ADS169264:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting / Heffingswijze
Loonbelasting / Algemeen
Loonbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3038, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1133, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2017
- Wetingang
Art. 9.2 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001; art. 27 lid 1 Wet LB 1964
Essentie
Verrekening loonbelasting met inkomstenbelasting. Indien sprake is van inhouding, is de vraag of de werknemer ter zake van de inhouding al dan niet te goeder trouw was niet van belang
Samenvatting
Belanghebbende was van 25 augustus 2009 tot 8 september 2010 enig aandeelhouder van een BV. Tot 30 april 2012 was hij directeur en daarna medewerker van die BV. Hij heeft tot 1 juni 2012 salaris van de BV ontvangen. Toen de BV in 2010 in liquiditeitsproblemen raakte, heeft zij nog wel loonheffing van het brutoloon van werknemers afgezonderd, maar die bedragen vooralsnog niet afgedragen. De BV heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.