Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 15.19 (water: plaats van bemonsteren)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Er wordt in elk badwaterbassin bemonsterd op:
- a.
vrij chloor, berekend als elementair chloor;
- b.
gebonden chloor, berekend als elementair chloor;
- c.
zuurgraad;
- d.
troebelheid;
- e.
intestinale enterococcen;
- f.
Pseudomonas aeruginosa; en
- g.
sporen van sulfietreducerende Clostridia.
2.
Als meerdere badwaterbassins op een circulatiesysteem aan elkaar zijn geschakeld, wordt in het badwaterbassin met de grootste inhoud van die badwaterbassins bemonsterd op:
- a.
bromaat;
- b.
chloraat;
- c.
chloride;
- d.
kaliumpermanganaatverbruik;
- e.
nitraat;
- f.
ureum;
- g.
waterstofcarbonaat; en
- h.
de som van trihalomethanen, berekend als chloroform.
3.
Er wordt op de parameters, bedoeld in het eerste en tweede lid, bemonsterd op locaties waar redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het, vanuit het oogmerk van bescherming van de gebruiker, meest ongunstige resultaat wordt gemeten.
4.
Op doorzicht wordt geïnspecteerd in elk badwaterbassin op een locatie waarop redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het, vanuit het oogmerk van bescherming van de gebruiker, meest ongunstige resultaat wordt gemeten.
5.
De locaties, bedoeld in het derde en vierde lid, worden vastgelegd in het beheersplan, bedoeld in artikel 15.64.