Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.68 Ketenaansprakelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
In dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
aannemer: degene, die zich jegens de opdrachtgever verbindt om buiten dienstbetrekking een werk uit te voeren tegen een te betalen prijs;
- b.
onderaannemer: degene, die zich jegens een aannemer verbindt om buiten dienstbetrekking het in onderdeel a bedoelde werk geheel of gedeeltelijk uit te voeren tegen een te betalen prijs.
2.
Voor de toepassing van dit artikel wordt de onderaannemer ten opzichte van zijn onderaannemer als aannemer beschouwd.
3.
Voor de toepassing van dit artikel wordt met een aannemer gelijkgesteld degene die, zonder daartoe van een opdrachtgever opdracht te hebben gekregen, buiten dienstbetrekking in de normale uitoefening van zijn bedrijf een werk uitvoert.
4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt ten opzichte van de aannemer als onderaannemer beschouwd de verkoper van een toekomstig goed, voor zover de koop en verkoop voortvloeit uit, of verband houdt met, het in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde werk.
5.
De aannemer is hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting, de sociale verzekeringspremies en de algemene bestedingsbelasting:
- a.
die de onderaannemer en, indien een werk geheel of gedeeltelijk door een of meer volgende onderaannemers wordt uitgevoerd, iedere volgende onderaannemer, verschuldigd is in verband met het verrichten van werkzaamheden door zijn werknemers ter zake van dat werk, behoudens voor zover hij aannemelijk maakt dat ten aanzien van hem een te hoog bedrag aan belasting in aanmerking is genomen;
- b.
waarvan de onderaannemer en, indien een werk geheel of gedeeltelijk door een of meer volgende onderaannemers wordt uitgevoerd, iedere volgende onderaannemer, ingevolge artikel 8.65 hoofdelijk aansprakelijk is ter zake van dat werk, behoudens voor zover hij aannemelijk maakt dat ten aanzien van hem een te hoog bedrag aan belasting in aanmerking is genomen.
6.
Voor zover een aannemer ingevolge een schriftelijke overeenkomst met een onderaannemer het bedrag waarvoor hij op grond van het vijfde lid hoofdelijk aansprakelijk is, heeft overgemaakt op een rekening die door die onderaannemer bij een ingevolge de Wet financiële markten BES ingeschreven kredietinstelling ter zake van dat werk wordt gehouden voor betaling van belasting, wordt elke betaling die de onderaannemer voor dat doel voor het tijdvak waarin het werk is uitgevoerd ten laste van die rekening heeft gedaan, vermoed betrekking te hebben op dat werk. Onder betaling van belasting, als bedoeld in de vorige volzin, wordt mede begrepen een betaling door een onderaannemer aan zijn onderaannemer, welke betaling ingevolge een tussen hen gesloten schriftelijke overeenkomst wordt gedaan op een rekening als bedoeld in de vorige volzin. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot de toepassing van dit lid nadere regels worden gesteld.
7.
De aansprakelijkheid op grond van het vijfde lid geldt niet met betrekking tot de belasting verschuldigd door een aannemer indien aannemelijk is dat de niet-betaling door de onderaannemer noch aan hem noch aan de aannemer te wijten is, dan wel, indien de aannemer uiterlijk binnen een maand na dagtekening van de overeenkomst met de onderaannemer een afschrift van de door alle partijen ondertekende overeenkomst aan de inspecteur heeft overgelegd. De overeenkomst dient in ieder geval te vermelden de naam of benaming en de woonplaats van de onderaannemer, het onderdeel van het werk waarvoor de onderaannemer zorg draagt, de plaats en de datum van het werk, de geschatte aanneemsom en de geschatte loonsom. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot de toepassing van dit lid nadere regels worden gesteld.
8.
De voorgaande leden zijn niet van toepassing indien:
- 1°
een werk, tot de uitvoering waarvan een onderaannemer zich jegens een aannemer heeft verbonden, geheel of grotendeels wordt verricht op de plaats, waar de onderneming van de onderaannemer is gevestigd, of
- 2°
de uitvoering van een werk waartoe een onderaannemer zich jegens een aannemer heeft verbonden ondergeschikt is aan een tussen hen gesloten overeenkomst van koop en verkoop van een bestaande zaak.