Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.65 Bestuurdersaansprakelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 544 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34552)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 544 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34552)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
In afwijking in zoverre van andere wettelijke regelingen is hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting, de premie op grond van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, de premie op grond van de Wet algemene weduwen en wezenverzekering BES, de premie op grond van het Besluit premie zorgverzekering BES, de premie op grond van de Wet Ziektekostenverzekering BES, de premie op grond van de Wet Ongevallenverzekering BES, de premie op grond van de Cessantiawet BES en de premie op grond van het Besluit Zorgverzekering BES, de vastgoedbelasting, de opbrengstbelasting, de algemene bestedingsbelasting, de overdrachtsbelasting, de kansspelbelasting en de accijnzen, verschuldigd door:
- a.
een lichaam zonder rechtspersoonlijkheid of een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam dat niet volledig rechtsbevoegd is: ieder van de bestuurders;
- b.
een niet op de BES eilanden gevestigd lichaam: de leider van zijn vaste inrichting op de BES eilanden dan wel zijn op de BES eilanden wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger;
- c.
een lichaam dat is ontbonden: ieder van de met de vereffening belaste personen – met uitzondering van de door de rechter benoemde vereffenaar – voor zover het niet betalen van de belasting-, premie- of accijnsschuld het gevolg is van aan hem te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur, met dien verstande dat geen aansprakelijkstelling kan plaatsvinden indien na de ontbinding drie jaren zijn verstreken.
2.
Voor de toepassing van dit artikel wordt als bestuurder aangemerkt de volledig aansprakelijke vennoot van een maat- of vennootschap.
3.
Voor de toepassing van dit artikel wordt ingeval een bestuurder van een lichaam zelf een lichaam is, onder bestuurder mede verstaan ieder van de bestuurders van het laatstbedoelde lichaam.
4.
Degene die op grond van het eerste lid, onderdelen a en b, aansprakelijk is, is niet aansprakelijk voor zover hij bewijst dat het niet aan hem is te wijten dat de belasting, premie of accijns niet is voldaan.