RAR 2010, 15
Kennelijk onredelijk ontslag. Wanneer is er sprake van kennelijk onredelijk ontslag en hoe dient alsdan de schadevergoeding te worden berekend?
HR 27-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ6596
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 november 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/00978
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BJ6596
- JCDI
JCDI:ADS873770:1
- Vakgebied(en)
Personeelsaangelegenheden / Instroom en uitstroom van personeel
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ6596, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ6596, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑03‑2009
- Wetingang
BW art. 7:681
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag.
Wanneer is er sprake van kennelijk onredelijk ontslag en hoe dient alsdan de schadevergoeding te worden berekend?
Samenvatting
Werknemer is ruim dertig jaar in dienst. Na een periode van twee jaar arbeidsongeschiktheid heeft de werkgever bij het CWI een ontslagvergunning aangevraagd en na verkregen toestemming de arbeidsovereenkomst opgezegd, zonder betaling van een vergoeding. De werknemer vordert een verklaring voor recht dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk is alsmede betaling van een vergoeding. De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen en het Hof 's-Gravenhage heeft de vorderingen (gedeeltelijk) toegewezen. Bij de beoordeling van de vraag of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.