Vrijstellingsregeling plantenresten
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - algemene regels
Als plantenresten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder d, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen worden aangewezen:
- a.
bermmaaisel dat op of in de bodem wordt gebracht op de plaats of in de directe nabijheid daarvan waar dit is vrijgekomen, onder de voorwaarden die zijn gesteld in artikel 3,
- b.
- c.
heideplagsel en maaisel dat vrijkomt binnen een natuurgebied en dat op of in de bodem wordt gebracht op de plaats of in de directe nabijheid daarvan waar dit is vrijgekomen, onder de voorwaarden die zijn gesteld in artikel 5.