Uitvoeringswet Verdrag Nederland-Oostenrijk tot vereenvoudiging van het rechtsverkeer in verband met het Rechtsvorderingsverdrag 1954
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 10-09-1965
- Bronpublicatie:
23-12-1964, Stb. 1965, 562 (uitgifte: 07-01-1965, kamerstukken: 7878 )
- Inwerkingtreding
10-09-1965
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-03-1954, Trb. 1959, 78 (uitgifte: 01-01-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Met betrekking tot kosten die zijn gemaakt bij de uitvoering van een rogatoire commissie en waarvan ingevolge artikel 5, tweede lid, van het verdrag door de Republiek Oostenrijk opgave wordt gedaan, is artikel 16 van de wet van 24 december 1958 (Stb. 677) houdende uitvoering van het op 1 maart 1954 te 's-Gravenhage ondertekende Verdrag betreffende de burgerlijke rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.