NJ 2015/314
Termen ‘omzetten’ en ‘een gewoonte maken’ in art. 420bis en 420ter Sr zijn voldoende feitelijk.
HR 30-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1770, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 juni 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/00002
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124051:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1770, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:978, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2014
- Wetingang
Art. 420bis,420ter Sr; art. 261 Sv
Essentie
De in de tenlastelegging gebezigde, aan art. 420bis (witwassen) en 420ter Sr (gewoontewitwassen) ontleende termen ‘omzetten’ en ‘een gewoonte maken’, hebben voldoende feitelijke betekenis.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 15 november 2013, nummer 21/000952-13, in de strafzaak tegen: O. B.V. Adv. mr. M.L.M. van der Voet te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 3.1 en 4.1; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, heeft bij arrest van 15 november 2013 de officier ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.