Einde inhoudsopgave
Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
Artikel 95
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
17-11-2021, Stb. 2021, 570 (uitgifte: 26-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2021, Stb. 2021, 601 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
1.
Het verzoek om goedkeuring van de voorgenomen fusie, als bedoeld in artikel 53, tweede lid, eerste volzin, van de wet, gaat, naast hetgeen waarvan het ingevolge artikel 53, derde lid, van de wet vergezeld gaat, vergezeld van:
- a.
een fusievoorstel en een schriftelijke toelichting daarop, als bedoeld in de artikelen 312 en 313 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
- b.
de zienswijzen daarop van de gemeenten, bedoeld in artikel 92, eerste lid, voor zover niet reeds bij het verzoek gevoegd ingevolge artikel 53, derde lid, onderdeel a, van de wet, en, in geval van een negatieve zodanige zienswijze of andere zienswijze als bedoeld in artikel 53, derde lid, van de wet, een onderbouwde reactie daarop van de fuserende toegelaten instelling, dan wel, bij het uitblijven van een zienswijze na zes weken nadat hierom is gevraagd, bescheiden waaruit blijkt dat zij om die zienswijze heeft gevraagd; en
- c.
indien die fusie een concentratie is waarop Hoofdstuk 5 van de Mededingingswet van toepassing is:
- 1°
een onvoorwaardelijke mededeling als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van die wet dat voor die concentratie geen vergunning is vereist, of een verklaring dat geen mededeling als bedoeld in dat lid is gedaan binnen vier weken na de melding van die fusie aan de Autoriteit Consument en Markt;
- 2°
een voorwaardelijke mededeling als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van die wet dat voor die concentratie geen vergunning is vereist, vergezeld van bescheiden waarmee wordt aangetoond dat tijdig aan de in die mededeling gestelde voorwaarden is voldaan;
- 3°
de voor die concentratie ingevolge artikel 37 van die wet vereiste vergunning of
- 4°
in geval van een negatief oordeel als bedoeld in artikel 53, derde lid, onderdeel b, van de wet: een onderbouwde reactie daarop van de fuserende toegelaten instelling, dan wel, bij het uitblijven van een oordeel, bescheiden waaruit blijkt dat zij om dat oordeel heeft gevraagd.
2.
Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien sprake is van een fusie als bedoeld in artikel 53, vijfde lid, van de wet.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van dit artikel.