NJB 2017/2244
Gegronde klacht tegen accountant van de Weyl Groep wegens onvoldoende diepgang van de controle en een onvoldoende professioneel-kritische instelling. Beroep op nemo tenetur-beginsel. Gelet op de rechtspraak van het EHRM en de karakteristieken van het Nederlandse accountantstuchtrecht is het College van oordeel dat geen sprake is van een criminal charge als bedoeld in art. 6 EVRM. Dit heeft tot gevolg dat een beklaagde accountant geen beroep toekomt op het nemo tenetur-beginsel
CBb 16-11-2017, ECLI:NL:CBB:2017:359
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
16 november 2017
- Magistraten
Mrs. Aerts, Doolaard, Smorenburg
- Zaaknummer
16/86, 16/87 en 16/88
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2017:359, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 16‑11‑2017
- Wetingang
Essentie
Gegronde klacht tegen accountant van de Weyl Groep wegens onvoldoende diepgang van de controle en een onvoldoende professioneel-kritische instelling. Beroep op nemo tenetur-beginsel. Gelet op de rechtspraak van het EHRM en de karakteristieken van het Nederlandse accountantstuchtrecht is het College van oordeel dat geen sprake is van een criminal charge als bedoeld in art. 6 EVRM. Dit heeft tot gevolg dat een beklaagde accountant geen beroep toekomt op het nemo tenetur-beginsel
Uitspraak
De voormalig accountant van de Weyl Groep (Weyl), destijds werkzaam bij KPMG, heeft voor de jaren 2008 en 2009 goedkeurende verklaringen bij de jaarrekeningen van Weyl ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.