Einde inhoudsopgave
Besluit geruisloze terugkeer (art. 14c Wet op de vennootschapsbelasting 1969)
3.4.1 Gerechtigdheid tot vermogen voort te zetten onderneming
Geldend
Geldend vanaf 10-11-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 02-10-2018
- Bronpublicatie:
02-10-2018, Stcrt. 2018, 62988 (uitgifte: 09-11-2018, regelingnummer: 2018/99281)
- Inwerkingtreding
10-11-2018, terugwerkend tot: 02-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-10-2018, Stcrt. 2018, 62988 (uitgifte: 09-11-2018, regelingnummer: 2018/99281)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Geruisloze terugkeer
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Inkomstenbelasting / Winst
Als de faciliteit van de geruisloze terugkeer wordt toegepast door een BV die meerdere aandeelhouders heeft, dienen alle aandeelhouders de onderneming voort te zetten.
Uitgangspunt is dat de gerechtigdheid van de voortzettende aandeelhouders in het samenwerkingsverband gelijk moet zijn aan hun belang als aandeelhouder in de vennootschap (Kamerstukken II 1999/2000, 27 209, nr. 6, p. 30). Als blijkt dat er verschuivingen in de gerechtigdheid zijn opgetreden, vormt dit een afwijzingsgrond voor het verzoek om toepassing van de faciliteit van de geruisloze terugkeer omdat dan strijd met de ratio van artikel 14c Wet Vpb ontstaat.
De waarde van ieders gerechtigdheid via het aandelenbezit moet daarom overeenkomen met de aan een ieder toe te rekenen inbrengwaarde van de vermogensbestanddelen die worden ingebracht in het samenwerkingsverband. In het geval er sprake is van buitenvennootschappelijk vermogen, verhoogt dit de inbrengwaarde met de waarde van het buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen dat aan een ieder wordt toegewezen. Bij de bepaling van de gerechtigdheid in het vermogen via het aandelenbezit dient rekening te worden gehouden met de rechten die aan de desbetreffende aandelen kunnen worden toegekend.
De verhouding in de winstverdeling of in de gerechtigdheid tot het vermogen van een na terugkeer aangegaan samenwerkingsverband behoeft om redenen vermeld in de vorige alinea direct na de geruisloze terugkeer niet gelijk te zijn aan de aandelenverhouding van de aandeelhouders in de BV.
Partijen kunnen met een juiste toedeling van het kapitaal in het samenwerkingsverband bereiken dat er tussen hen geen verschuiving in de gerechtigdheid tot het vermogen optreedt. Een juiste toedeling van het kapitaal is mede afhankelijk van de winstverdeling van de firmanten in het samenwerkingsverband.