Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/932
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Machtiging tot voortgezet verblijf. Vaststelling stoornis van de geestvermogens. Causaal verband tussen stoornis en gevaar? Verzoek om second opinion.
HR 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1258
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juli 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/02237
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1258, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:605, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑06‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Machtiging tot voortgezet verblijf. Vaststelling stoornis van de geestvermogens. Causaal verband tussen stoornis en gevaar? Verzoek om second opinion.
Partij(en)
Beschikking In de zaak van
[betrokkene], verzoeker tot cassatie, advocaat: mr. C. Reijntjes-Wendenburg,
tegen
De Officier van Justitie in het arrondissement Oost-Nederland, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.L.C.C. Lückers:
In deze Bopz-zaak wordt geklaagd dat dat de gedingstukken en de verklaringen ter zitting ontoereikend zijn voor de vaststelling dat betrokkene lijdt aan stoornissen van de geestvermogens, zoals de rechtbank heeft vastgesteld. Voorts wordt geklaagd dat evenmin uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.