Prg. 2007, 69
Vordering tot betaling van schadevergoeding wegens kennelijk onredelijke opzegging strandt op verjaring en die ex art. 7:658 BW wordt afgewezen, aangezien causaal verband tussen ziekte (15–25% WAO) en ‘hoge’ werkdruk ontbreekt.
Ktr. Bergen op Zoom 04-04-2007, ECLI:NL:RBBRE:2007:BA2525
- Instantie
Rechtbank Breda (Kantonrechter Bergen op Zoom)
- Datum
4 april 2007
- Magistraten
Mr. W.E.M. Verjans
- Zaaknummer
418129 CV EXPL 06-6610
- LJN
BA2525
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBBRE:2007:BA2525, Uitspraak, Rechtbank Breda, 04‑04‑2007
- Wetingang
BW art. 3:316; BW art. 3:317; BW art. 7:658; BW art. 7:681; BW art. 7:683
Essentie
Ontslagrecht. Schadevergoeding ex art. 7:681 en 658 BW. Kan een vordering kennelijk onredelijke opzegging verjaren en aan welk vereiste dient die ex art. 7:658 te voldoen?
Ja, een vordering ex art. 7:681 verjaart indien — na eventuele stuiting — geen daad van rechtsvervolging wordt ingesteld. Voor de vordering ex art. 7:658 BW dient een causaal verband te worden aangetoond tussen onzorgvuldigheid van de werkgever en de schade van de werknemer.
Samenvatting
Ex-werknemer vordert onder meer betaling van schadevergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag. De einddatum van zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.