NJB 2018/841
Verschoningsrecht ziekenhuis en artsen bij inbeslagneming van gegevensdrager met camerabeelden van wachtruimte. Versnelde beklagprocedure voor verschoningsgerechtigden art. 98 Sv: ingevolge het eerste lid van dit artikel is het eerst aan de rechter-commissaris om te beslissen over het beroep op het verschoningsrecht ten aanzien van de inbeslaggenomen gegevensdrager met daarop de camerabeelden. In casu ontbreekt een zodanige beslissing. Derhalve geldt dat, alvorens wordt beslist op het klaagschrift, de stukken in handen van de rechter-commissaris worden gesteld teneinde de genoemde beschikking te geven. Nu het klaagschrift i.c. weliswaar is ingediend door een rechtspersoon aan wie een afgeleid verschoningsrecht toekomt, maar de klaagster in de omstandigheden van het onderhavige geval moet worden geacht mede op te komen tegen de inbeslagneming namens aan het ziekenhuis verbonden artsen aan wie de bevoegdheid tot verschoning als bedoeld in art. 218 Sv toekomt, is de versnelde beklagprocedure van art. 552a lid 8 en 552d lid 3 Sv van toepassing. Informatie die te gelden heeft als wetenschap die aan de verschoningsgerechtigde in het kader van zijn beroepsuitoefening is toevertrouwd, art. 218 Sv: bij de vraag of daarvan sprake is geldt in geval van een arts dat het verschoningsrecht van een arts strekt zich uit tot (a) gegevens die betrekking hebben op de behandeling en de verzorging van de aan zijn zorgen toevertrouwde patiënten, alsmede (b) gegevens die hem in zijn hoedanigheid zijn medegedeeld of waarvan hij in zijn hoedanigheid heeft kennis gekregen, en waarvan de openbaarmaking het vertrouwen zou beschamen dat de patiënten met het oog op zijn hulpverlenende taak in hem moeten kunnen stellen. Camerabeelden waaruit de identiteit van een patiënt of van het bestaan van een (toekomstige) hulpverleningsrelatie valt af te leiden omdat zij de bezoeker van een bepaalde arts of een bepaalde behandelafdeling van een ziekenhuis herkenbaar in beeld brengen, kunnen onder het verschoningsrecht van een arts en derhalve het de klaagster toekomende afgeleide verschoningsrecht vallen. In casu heeft de rechtbank dat miskend. Dat op de desbetreffende camerabeelden ook bezoekers en begeleiders te zien zijn en dat de plaatsen waar die camerabeelden zijn gemaakt voor een ieder toegankelijk zijn, maakt dat niet anders
HR 10-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:553
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 april 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/05241 Bv
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:553, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:19, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2017
- Wetingang
Essentie
Verschoningsrecht ziekenhuis en artsen bij inbeslagneming van gegevensdrager met camerabeelden van wachtruimte. Versnelde beklagprocedure voor verschoningsgerechtigden art. 98 Sv: ingevolge het eerste lid van dit artikel is het eerst aan de rechter-commissaris om te beslissen over het beroep op het verschoningsrecht ten aanzien van de inbeslaggenomen gegevensdrager met daarop de camerabeelden. In casu ontbreekt een zodanige beslissing. Derhalve geldt dat, alvorens wordt beslist op het klaagschrift, de stukken in handen van de rechter-commissaris worden gesteld teneinde de genoemde beschikking te geven. Nu het klaagschrift i.c. weliswaar is ingediend door een rechtspersoon aan wie een afgeleid verschoningsrecht toekomt, maar de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.