BNB 2021/35
Splitsingsvrijstelling overdrachtsbelasting uit te leggen overeenkomstig de vrijstelling in de vennootschapsbelasting in overeenstemming met de Fusierichtlijn
HR 18-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2078, m.nt. R.J. de Vries
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 2020
- Magistraten
Mrs. Koopman, Overgaauw, Wortel, Van Kalmthout, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
20/00199
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R.J. de Vries
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS251702:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fusie en splitsing
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2078, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:715, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑08‑2020
- Wetingang
Art. 15 lid 1 onderdeel h Wet BRV; art. 5c Uitv.besl. BRV; art. 15 lid 1 onderdeel a Fusierichtlijn
Essentie
Splitsingsvrijstelling overdrachtsbelasting uit te leggen overeenkomstig de vrijstelling in de vennootschapsbelasting in overeenstemming met de Fusierichtlijn
Samenvatting
Een broer en zuster bezaten tot 30 december 2015 ieder 50% van de aandelen in G BV en waren bestuurders van die BV. G BV bezat tot die datum alle aandelen in H BV. De bezittingen van H BV bestonden onder andere uit een onroerende zaak. Zowel de aandelen in G BV als die in H BV waren fictieve onroerende zaken voor de overdrachtsbelasting. Op 30 december 2015 is G BV juridisch gesplitst in X BV (belanghebbende) en L BV. Enig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.