Sturen met proceskosten
Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/5.3.3:5.3.3 Oorzaken en motieven
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/5.3.3
5.3.3 Oorzaken en motieven
Documentgegevens:
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS600202:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Aan de rechters is gevraagd of zij een idee hebben van de oorzaken en/of motieven die achter onnodig vertragend en/of kostenverhogend procesgedrag liggen. Dit was voor veel rechters, met name voor degenen die zelf geen advocaat zijn geweest, een vrij speculatieve vraag. Toch konden de meesten er wel vermoedens over uitspreken. Uit de antwoorden valt derhalve de perceptie van rechters over de oorzaken/motieven af te leiden, dus niet de oorzaken/motieven zelf. Voor dat laatste zou ten minste ook een interviewstudie onder advocaten en partijen nodig zijn.
De meeste rechters zien achter de verstorende gedragingen vooral slordigheid, onbekwame advocaten en slechte communicatie tussen advocaat en cliënt, maar af en toe ook opzet. De gegeven antwoorden laten zich indelen in drie categorieën, die enigszins parallel lopen met de verschillende gradaties van opzet en schuld.
1. Opzet in de richting van 'oogmerk': Dit zijn de gevallen waarin het gedrag niet alleen onnodig vertragend en/of kostenverhogend is, maar het gedrag ook is vertoond met het specifieke doel om te vertragen of de ander op kosten te jagen. Dit kan uit wraak richting de wederpartij zijn, om de wederpartij financieel uit te putten of om uitstel van betaling te hebben. Deze vorm wordt door ongeveer de helft van de rechters genoemd, maar meestal ook met de kanttekening dat het slechts af en toe gebeurt of dat het in de minderheid van de gevallen speelt.
‘Dat is speculeren ja, maar als ik speculeren mag dan kan ik me mij op voorhand twee motieven voorstellen. Het eerste is 'gewoon geen geld'. Dus een partij probeert zo lang mogelijk de procedure te rekken om zo lang mogelijk niet te hoeven betalen, ook al weet hij dat hij dit uiteindelijk zal moeten betalen. Tweede motief is, denk ik, een partij die denkt: ' de wederpartij heeft me zo' n oor aangenaaid, deze procedure ga ik niet winnen, maar ik zal hem van katoen geven. Hij is met mij nog niet klaar' . Dus eigenlijk de situatie waarin de partijen een conflict hebben wat eigenlijk een beetje buiten het juridische geschilpunt ligt. Een partij voelt zich gewoon genaaid zeg maar en ziet een bewijsnood en voelt aankomen dat hij een procedure zal verliezen (..).'1
‘ Ja, je zou je in sommige gevallen nog wel voorstellen dat het boos opzet is. (.. ) overbodige processuele verrichtingen, dat komt natuurlijk ook nog wel voor. Dat mensen er op uit zijn om de boel te traineren, om uitstel te vragen, totdat het echt niet meer langer kan en dan vervolgens nog allerlei aktes verzoeken of incidenten gaan opwerpen. Dat je denkt van: 'Ja, dat heeft toch helemaal geen zin'.'2
2. Opzet zonder oogmerk en bewuste schuld: Enkele respondenten noemen tussenvormen, waarbij de vertraging en hogere kosten niet het doel van het verstorend gedrag zijn, maar waarbij evenmin gesproken kan worden van een onbewuste fout.
Het gaat dan om een bewuste tactiek om de zaak te winnen of om bewust gekozen systemen, met vertraging en kosten als 'collateral damage'. Liegen/bedriegen/ simuleren valt hier onder, maar ook de werkwijze van repeat players om de dagvaardingen summier te houden, de tactiek van de kaarten op de borst houden en de wil van sommige advocaten om veel uren te kunnen schrijven (die daarom de stukken overbodig uitgebreid opstellen en overbodig veel proceshandelingen willen verrichten).
‘ Liegen, bedriegen en simuleren doe je niet per ongeluk. 3
‘ Wat ik toch wel merk is dat bij de incassobureaus toch wel een ongelofelijke geldingsdrang is om maar te procederen. (.. ) En ongeacht wat het oplevert. Kennelijk, dat is wel speculatie, maar wij hebben wel een beetje de indruk, gelet op de grote hoeveelheden verstekdagvaardingen, dat men het er een beetje op aan laat komen. Bij de verstekdagvaardingen krijg je én de buitengerechtelijke kosten én je proceskosten en dat rolt er natuurlijk allemaal doorheen. Dat brengt gewoon geld in het laatje. 4
‘ Er zit soms wel eens iets bij, dat de advocaten meer in rekening kunnen brengen bij partijen als ze een tien pagina s dikke conclusie kunnen opstellen. Het had ook in twee bladzijden gekund, want een heleboel dingen zijn eigenlijk niet relevant, maar als je een betalende cliënt hebt, dan is het misschien wel interessant voor een advocaat om het allemaal op te kloppen om het mooier te maken. (.. ) Ja, of zaken waar het ook om een behoorlijk belang gaat. Dan zijn dat vaak partijen die wel een advocaat kunnen betalen. Ik kan me ook niet altijd aan de indruk onttrekken, dat dan pleidooi wordt gevraagd om de eigen kas te spekken en om aan cliënt te laten zien: we doen alles. Zonder te beseffen: heeft dit wel zin, voegt dit nog iets toe? 5
3. Slordigheid, onbekwaamheid en gebrekkige communicatie: Verreweg het meest genoemd zijn slordigheid en onbekwaamheid bij de advocaten. De meeste rechters wijten verstorend procesgedrag aan slordigheid, veroorzaakt door een slechte voorbereiding, slechte planning, drukte bij de advocaat en soms ook matige vakbekwaamheid. Tevens wordt enkele keren de gebrekkige communicatie tussen advocaat en cliënt genoemd als oorzaak.
‘ Het is vaak toch het niet goed overleg met de cliënt plegen. Dat is niet zozeer een motief als wel een gebrek aan tijd, interesse en passie voor de zaak die je hebt als advocaat. Heel vaak denkt zo n advocaat ook over een zaak: ' Ik heb hem wel aangenomen, maar jeetje, ik zit er maar mee. Die cliënt belt elke keer zo lastig...' Ik kan me daar heel goed in verplaatsen. Maar als je eenmaal op zo n zitting komt, dan moet je verdorie ook goed voorbereid zijn en je cliënt moet reële verwachtingen hebben. Dat is essentieel. 6
‘ Meer dommigheid dan slordigheid nog hoor. Echt ' doe maar wat . Ook zo met die kansloze stellingen en verweren. Gewoon een schot hagel. Je doet maar wat en hopen dat er eentje raak schiet. En ook dat gecombineerd met de wederpartij in moeilijkheden brengen en denken: ' Die reageert misschien op één ding niet en dat staat dan als onweersproken vast'.'7
‘ Maar advocaten hebben het ook hartstikke druk en het zal regelmatig voorkomen dat ze een zaak uit de kast halen op het allerlaatste moment en dan pas echt eens goed gaan kijken van: ' Waar gaat het eigenlijk over? En dan tot de ontdekking komen ' Hee ik zou dit en dat nog moeten hebben en ja, dat hebben ze dan op dat moment niet. Dat zal denk ik ook veel een rol spelen. In de ideale wereld bereiden we ons natuurlijk weken op zo n zitting voor, maar in de reële wereld gebeurt dat natuurlijk niet. 8
Kortom, expres en per abuis komen allebei voor, maar het laatste meer dan het eerste, zo speculeren de rechters. Daarnaast is er een tussenvorm die in het strafrecht waarschijnlijk de etiketten ' noodzakelijkheidbewustzijn , ' voorwaardelijk opzet en ' bewuste schuld opgeplakt zou krijgen.9 Het gaat dan om systemen en tactieken die niet gericht zijn op nodeloze vertraging en extra kosten, maar dat wel kennelijk tot gevolg (kunnen) hebben.