Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/162
Notarieel tuchtrecht. Procesrecht. Doorbreking rechtsmiddelenverbod art. 94 lid 1 Wna; art. 6 EVRM; ontzetting uit ambt notaris; oplegging veel zwaardere sanctie in hoger beroep; hoor en wederhoor; art. 107 lid 4 en 5 Wna.
HR 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:51
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 januari 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. Wortel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/03129
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:51, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2016:471, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
Notarieel tuchtrecht. Procesrecht. Doorbreking rechtsmiddelenverbod art. 94 lid 1 Wna; art. 6 EVRM; ontzetting uit ambt notaris; oplegging veel zwaardere sanctie in hoger beroep; hoor en wederhoor; art. 107 lid 4 en 5 Wna.
Samenvatting
Ingevolge art. 94 lid 1 Wna wordt de tuchtrechtspraak over notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen in eerste aanleg uitgeoefend door de kamers voor het notariaat en in hoger beroep door het gerechtshof Amsterdam. Tegen beslissingen van het gerechtshof is geen hogere voorziening toegelaten. Deze bijzondere, van art. 78 Wet RO afwijkende, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.