RvdW 2019/165
Ondernemingsrecht. Internationaal publiekrecht. Kort geding. Uitoefening stemrecht op aandelen in beleggingsfonds van Libisch vermogen; VN-sancties inzake bevriezing van Libisch vermogen; uitleg begrip ‘bevriezing van tegoeden’ VN-Resolutie 1970 (2011), VN-Resolutie 1973 (2011) en EU-Verordening 204/2011 (thans: Verordening 44/2016).
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 januari 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03964
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:67, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1145, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑11‑2017
- Wetingang
VN-Resoluties 1970 (2011) en 1973 (2011); EU-Verordening 204/2011 (thans 44/2016)
Essentie
Ondernemingsrecht. Internationaal publiekrecht. Kort geding. Uitoefening stemrecht op aandelen in beleggingsfonds van Libisch vermogen; VN-sancties inzake bevriezing van Libisch vermogen; uitleg begrip ‘bevriezing van tegoeden’ VN-Resolutie 1970 (2011), VN-Resolutie 1973 (2011) en EU-Verordening 204/2011 (thans: Verordening 44/2016).
Samenvatting
Uit de structuur van de VN-resoluties 1970 (2011) en 1973 (2011), en van Verordening 204/2011, waarin de bevriezing van tegoeden het uitgangspunt is en waarop enkele limitatief bedoelde uitzonderingen zijn geformuleerd, waarbij bovendien een procedure moet worden gevolgd om van die uitzonderingen gebruik te kunnen maken, volgt dat een ruime uitleg van het begrip bevriezing van tegoeden in de rede ...