NJB 2023/2341
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep tegen een tussenbeslissing waarbij getuigenverzoeken zijn afgewezen: in casu staan voorschriften van art. 322 Sv niet eraan in de weg dat in cassatie kan worden geklaagd over die beslissingen in het tussenarrest. Dat er geen zitting heeft plaatsgevonden waarop de door de verdediging bij appelschriftuur gedane verzoeken zijn behandeld, maakt dat in de gegeven omstandigheden niet anders.
HR 03-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1340
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
22/01861
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1340, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:537, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑05‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑01‑2023
- Wetingang
Essentie
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep tegen een tussenbeslissing waarbij getuigenverzoeken zijn afgewezen: in casu staan voorschriften van art. 322 Sv niet eraan in de weg dat in cassatie kan worden geklaagd over die beslissingen in het tussenarrest. Dat er geen zitting heeft plaatsgevonden waarop de door de verdediging bij appelschriftuur gedane verzoeken zijn behandeld, maakt dat in de gegeven omstandigheden niet anders.
Uitspraak
Inleiding
De Hoge Raad beoordeelt de ontvankelijkheid van het beroep voor zover dat is gericht tegen een tussenarrest van 11 augustus 2021. De bespreking van het negende cassatiemiddel (een Post-Keskin-verweer) komt hier ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.