Einde inhoudsopgave
Wet medische hulpmiddelen
Artikel 26 Overgangsrecht
Geldend
Geldend vanaf 26-05-2021
- Redactionele toelichting
In het Staatsblad is het Kamerstuknummer gepubliceerd als 34497.
- Bronpublicatie:
08-07-2020, Stb. 2020, 245 (uitgifte: 14-07-2020, kamerstukken: 35497)
24-10-2019, Stb. 2019, 400 (uitgifte: 11-11-2019, kamerstukken: 35043)
- Inwerkingtreding
26-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, Stb. 2021, 223 (uitgifte: 11-05-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
30-04-2021, Stb. 2021, 223 (uitgifte: 11-05-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
De inwerkingtreding van deze wijziging is gelijkgesteld met de inwerkingtreding van dit artikel (24-10-2019, Stb. 400). Inwerkingtreding voorheen: 15-07-2020, vastgesteld bij de wet van 08-07-2020, Stb. 245.
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Een positief oordeel als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, dat is afgegeven voor 26 mei 2021 voor een klinisch onderzoek als bedoeld in artikel 10 van richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PbEG 1990, L 189) en in artikel 15 van richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PbEG 1993, L 169) wordt aangemerkt als een positief oordeel voor wetenschappelijk onderzoek met medische hulpmiddelen als bedoeld in artikel 1 van die wet, mits de uitvoering van het onderzoek reeds is aangevangen.