NJ 2017/101
Effectenlease; Dexia-affaire. Verbindend verklaarde WCAM-overeenkomst; verboden aanvulling feitelijke grondslag van verweer.
HR 10-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:210
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/04416
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110821:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:210, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1166, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑03‑2015
- Wetingang
Essentie
Effectenlease; Dexia-affaire. Verbindend verklaarde WCAM-overeenkomst; verboden aanvulling feitelijke grondslag van verweer.
Dexia heeft zich (voordat het hof zijn tussenarrest wees) ter afwering van de vorderingen van eiseres tot cassatie niet erop beroepen dat laatstgenoemde moet worden aangemerkt als gerechtigde in de zin van de WCAM-overeenkomst en dat haar daarom, bij gebreke van een ‘opt out’-verklaring, geen beroep toekomt op art. 1:89 jo. art. 1:88 lid 1 aanhef en onder d BW. Het hof mocht derhalve, ook indien het van oordeel was dat in de stellingen van eiseres besloten lag dat de verbindend verklaarde WCAM-overeenkomst van toepassing is, niet ambtshalve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.