NJB 2013/2320
Oplegging straf volgens art. 31 lid 1 WOTS: bij die straf wordt ook geheel in mindering gebracht de tijd die de veroordeelde – voorafgaand aan zijn uitlevering of overlevering aan en veroordeling in de vreemde staat – in Nederland in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, ingeval aan die voorlopige hechtenis in Nederland en aan de veroordeling in de vreemde staat hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt
HR 15-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:943
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/01775
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:943, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑08‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Oplegging straf volgens art. 31 lid 1 WOTS: bij die straf wordt ook geheel in mindering gebracht de tijd die de veroordeelde – voorafgaand aan zijn uitlevering of overlevering aan en veroordeling in de vreemde staat – in Nederland in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, ingeval aan die voorlopige hechtenis in Nederland en aan de veroordeling in de vreemde staat hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt
Uitspraak
Inleiding:
WOTS-zaak. Rechtbank Amsterdam heeft de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Lille opgelegde gevangenisstraf voor de duur van acht jaren toelaatbaar verklaard en verlof verleend tot tenuitvoerlegging van die beslissing in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.