NJB 2010, 2299
HR, 03-12-2010, nr. 09/04185: Bemoti c.s.
HR 03-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6241 (Bemoti c.s.,Betonmortelfabriek)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 december 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk en C.E. Drion
- Zaaknummer
09/04185
- Conclusie
A‑G mr. J. Spier
- LJN
BN6241
- Roepnaam
Bemoti c.s.
Betonmortelfabriek
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN6241, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN6241, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2009
- Wetingang
art. 3:310 lid 1 BW; art. 6:248 lid 2 BW
Essentie
Verjaring. In 1996 loopt een fietser van negen jaar ernstig letsel op bij een aanrijding met een auto. In 2003 wendt de moeder van de fietser zich tot een advocaat. Die stelt de chauffeur en zijn werkgever aansprakelijk. Het hof honoreert het beroep op verjaring. HR:
1 Aanvang verjaringstermijn. De benadeelde kan door het nalaten van een redelijkerwijs van hem te verlangen, eenvoudig uit te voeren onderzoek naar de identiteit van de aansprakelijke persoon, niet voorkomen dat de korte verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW een aanvang neemt.
2 Redelijkheid en billijkheid. Het oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.