NJB 2010, 2295
HR, 03-12-2010, nr. 09/01138: Van Rens/Van Waalwijk van Doorn
HR 03-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BO0197 (Van Rens/Van Waalwijk van Doorn)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 december 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.E. Drion
- Zaaknummer
09/01138
- Conclusie
A‑G mr. M.H. Wissink
- LJN
BO0197
- Roepnaam
Van Rens/Van Waalwijk van Doorn
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Horecarecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BO0197, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BO0197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑03‑2009
- Wetingang
Rv art. 19; Procesregl. voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven art. 2.18; Procesregl. voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven art. 5.2
Essentie
Laattijdige overlegging van producties. Het hof slaat geen acht op een rapport van zeven bladzijden, dat zeventien dagen voor het pleidooi in hoger beroep is ontvangen zonder de vier bijlagen. HR: Op nadere stukken die binnen de in het Landelijk procesreglement bedoelde termijn zijn overgelegd dient de rechter acht te slaan, tenzij hij — op bezwaar of ambtshalve — gemotiveerd anders beslist op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval, waarvan uit de uitspraak of het proces-verbaal dient te blijken. Daarbij zal de rechter hebben te beoordelen of het gaat om stukken waarvan de aard en omvang een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.