NJB 2010, 2238
HR, 26-11-2010, nr. 09/01584: Kojen/ABB
HR 26-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN8521 (Kojen/ABB)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 november 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.E. Drion
- Zaaknummer
09/01584
- Conclusie
A‑G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BN8521
- Roepnaam
Kojen/ABB
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Horecarecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN8521, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN8521, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑03‑2009
- Wetingang
Rv art. 19
Essentie
Terugkomen van bindende eindbeslissing. Bij tussenarrest verwerpt het hof een verweer. Bij eindarrest honoreert het hof het verweer alsnog op basis van een gewijzigd inzicht. HR:
1
1 Onjuiste feitelijke grondslag. Een bindende eindbeslissing berust onder meer op een onjuiste feitelijke grondslag indien de rechter, na heroverweging, inziet dat zijn uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven oordeel was gegrond op een onhoudbare feitelijke lezing van een of meer gedingstukken, welke lezing, bij handhaving, zou leiden tot een einduitspraak waarvan de rechter overtuigd is dat die ondeugdelijk zou zijn.
2
2 Hoor en wederhoor. Indien het gewijzigde inzicht van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.