NJB 2010, 1996
HR, 22-10-2010, nr. 09/01017
HR 22-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN1258
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 oktober 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk en C.E. Drion
- Zaaknummer
09/01017
- Conclusie
A‑G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BN1258
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN1258, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN1258, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑03‑2009
- Wetingang
art. 1:163 lid 3 BW; Rv art. 360
Essentie
Echtscheidingsbeschikking. Inschrijving. Zesmaandentermijn. De vrouw gaat een dag te laat in hoger beroep tegen een echtscheidingsbeschikking. Wanneer kan de echtscheidingsbeschikking worden ingeschreven? HR: Indien tegen een echtscheidingsbeschikking hoger beroep is ingesteld, gaat die beschikking eerst ‘in kracht van gewijsde’ in de zin van art. 1:163 lid 3 BW (zodat de daar bedoelde zesmaandentermijn een aanvang neemt) nadat de appelbeschikking in kracht van gewijsde is gegaan, ook in de gevallen dat het hoger beroep wellicht te laat is ingesteld.
Partij(en)
De man, adv. mr. E. van Staden ten Brink,
tegen
de ambtenaar van de burgerlijke stand, niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.