NJB 2010, 1812
HR, 24-09-2010, nr. 10/00172: Toko Mitra/PMT
HR 24-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM9758 (Toko Mitra/PMT)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 september 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
10/00172
- Conclusie
A‑G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BM9758
- Roepnaam
Toko Mitra/PMT
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BM9758, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BM9758, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑11‑2009
- Wetingang
art. 7:296 BW
Essentie
Huur bedrijfsruimte. Beëindigingsvordering.
1
1 Wachttijd. Art. 7:296 lid 2 BW (de verplichte afwijzingsgrond in verband met de driejarige wachttijd bij rechtsopvolging van de verhuurder) heeft slechts betrekking op opzeggingen tegen het einde van de eerste huurtermijn.
2
2 Persoonlijk in duurzaam gebruik nemen. Een opzegging door de verhuurder van de huurovereenkomst teneinde het verhuurde aan een ander te kunnen gaan verhuren, kan niet worden aangemerkt als een opzegging teneinde het verhuurde ‘persoonlijk in duurzaam gebruik’ te nemen.
3
3 Tijdstip waarop de huurovereenkomst zal eindigen. De rechter kan de beëindigingsvordering niet toewijzen tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.