NJB 2010, 1663
HR, 03-09-2010, nr. 09/04092
HR 03-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM7048
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 september 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
09/04092
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BM7048
- Vakgebied(en)
Horecarecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM7048, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM7048, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2010
- Wetingang
WRO art. 79 lid 1 aanhef; WRO art. 79 lid 1 onder b
Essentie
Geding na verwijzing. Essentiële stelling. Verwijzingsinstructie. HR: Het middel klaagt dat het hof een stelling onbehandeld heeft gelaten. Nu het hier — zoals de HR in de verwijzingsinstructie nog eens had benadrukt — een essentiële stelling betreft, had het hof daaraan niet mogen voorbijgaan.
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. M.M. van Asperen,
tegen
de man, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Partijen zijn in 1981 gehuwd en begin 2004 gescheiden. De vader van de man is op 20 mei 2004 overleden. De man heeft op 17 augustus 2004 de nalatenschap van zijn vader verworpen ten gunste van zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.