NJB 2010, 1403
HR, 18-06-2010, nr. 08/02678: Erasmus Beleggingen/SOC Visser 't Hooft
HR 18-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8514 (Erasmus Beleggingen/SOC Visser 't Hooft)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 juni 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02678
- Conclusie
plv. P‑G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BL8514
- Roepnaam
Erasmus Beleggingen/SOC Visser 't Hooft
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL8514, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL8514, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2008
- Wetingang
art. 6:252 BW; art. 6:258 BW
Essentie
De erfpachter van een gebouw heeft zich jegens een stichting verplicht het gebouw te gebruiken conform de doelstelling van de stichting. Deze verplichting is aangemerkt als kwalitatieve verplichting en versterkt met een kettingbeding en een derdenbeding. De erfpachter verkoopt het erfpachtsrecht aan een derde. Het hof verklaart voor recht dat de erfpachter de verplichting niet nakomt en legt contractuele boetes op. HR: Uitleg beding. Ook bij een uitleg van de tekst van de akte naar de bedoeling ervan zoals partijen die over en weer redelijkerwijs moeten hebben begrepen en uit elkaars gedragingen hebben kunnen afleiden, kan zonder nadere motivering, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.