NJB 2010, 1221
HR, 04-06-2010, nr. 09/00219
HR 04-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL9546
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 juni 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/00219
- Conclusie
A‑G mr. L. Timmerman
- LJN
BL9546
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Horecarecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL9546, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL9546, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2008
- Wetingang
Essentie
Ontvankelijkheid in cassatie. Nadat partijen een bodemprocedure aanhangig hebben gemaakt, heeft tussen hen een kort geding gediend. Bij de behandeling van het kort geding hebben partijen een overeenkomst ondertekend, waarin is vermeld dat zij afstand doen van het recht om hoger beroep in te stellen tegen het (dan nog te wijzen) eindvonnis van de rechtbank in de bodemprocedure. Nadat dat eindvonnis is gewezen, stelt de verliezende partij cassatieberoep in. In geschil is de vraag of partijen (ook) afstand hebben gedaan van dat rechtsmiddel. HR:
‘Feitenrechter. Tegenbewijs. De HR dient de ontvankelijkheid van het cassatieberoep als feitenrechter te beoordelen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.