NJB 2010, 1164
HR, 21-05-2010, nr. 09/03564
HR 21-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7407
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 mei 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/03564
- Conclusie
A‑G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BL7407
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL7407, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑05‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL7407, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑03‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑09‑2009
- Wetingang
art. 1:247 lid 3 BW; art. 1:247 lid 4 BW; art. 1:253a lid 3 BW
Essentie
Partijen hebben gezamenlijk het gezag over een zoon. De moeder is met de zoon in een andere plaats gaan wonen. Het hof heeft bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de zoon bij de moeder zal zijn en een omgangsregeling vastgesteld volgens welke de zoon een weekend per veertien dagen bij de vader zal zijn. Op 1 maart 2009 is de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding in werking getreden. HR:
1
1 Overgangsrecht. Waar het onderhavige verzoekschrift is ingediend voor 1 maart 2009, was de rechter niet gehouden zijn beslissing aan te houden totdat de ouders alsnog een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.