NJB 2010, 1162
HR, 21-05-2010, nr. 09/02500
HR 21-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL9543
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 mei 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en F.B. Bakels
- Zaaknummer
09/02500
- Conclusie
A‑G mr. L. Strikwerda
- LJN
BL9543
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL9543, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑05‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL9543, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑06‑2009
- Wetingang
art. 1:157 lid 4 BW; art. 1:157 lid 5 BW
Essentie
Verlenging alimentatie. Termijnen. Nadat de twaalfjarentermijn van de partneralimentatie na echtscheiding is verstreken, heeft de man op advies van zijn advocaat de alimentatie nog drie maanden doorbetaald met het oog op het verstrijken van de driemaandentermijn voor indiening van een verlengingsverzoek. Daarna dient de vrouw alsnog een verlengingsverzoek in. HR: 1. Vervaltermijnen. De twaalfjarentermijn en de driemaandentermijn zijn vervaltermijnen. 2. Aanvang driemaandentermijn. Wanneer na ommekomst van de twaalfjarentermijn nog een of meer betalingen hebben plaatsgevonden, zal ervan moeten worden uitgegaan dat aan die betalingen een stilzwijgende overeenkomst tot het laten voortduren van de alimentatieplicht ten grondslag ligt, tenzij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.