NJB 2010, 798
HR, 26-03-2010, nr. 08/02079: Zandvliet/ING
HR 26-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK9654 (Zandvliet/ING)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 maart 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02079
- Conclusie
A‑G mr. L. Timmerman
- LJN
BK9654
- Roepnaam
Zandvliet/ING
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK9654, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK9654, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑05‑2008
- Wetingang
art. 3:246 BW; art. 6:101 BW; art. 6:162 BW
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Een vennootschap zegt aan de bank toe dat een te ontvangen bedrag zal worden aangewend ter aflossing van het bankkrediet, maar een middellijk bestuurder van de vennootschap bewerkstelligt dat dit niet gebeurt. HR:
1
1 Betalingsonwil. Het hof heeft door te onderzoeken of X persoonlijk een ernstig verwijt valt te maken de maatstaf voor persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder niet miskend. Bij zijn oordeel dat een zodanig ernstig verwijt op zijn plaats was, heeft het hof geoordeeld dat het niet nakomen van de verplichting slechts voortkwam uit betalingsonwil van X.
2
2 Pandrecht. Het pandrecht strekt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.