NJB 2010, 663
HR, 12-03-2010, nr. 09/05184
HR 12-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2278
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 maart 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en F.B. Bakels
- Zaaknummer
09/05184
- Conclusie
A‑G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BL2278
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL2278, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL2278, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2009
- Wetingang
BOPZ art. 9 lid 1; BOPZ art. 14a lid 4
Essentie
Wet Bopz. Een verzoek om voorwaardelijke machtiging blijft na aanhouding van de zaak onnodig lang liggen. De raadsvrouw voert vervolgens aan dat de geneeskundige verklaring geen actueel beeld meer geeft. De rechtbank verleent niettemin de verzochte voorwaardelijke machtiging. HR:
1
1 Beslistermijn. Schending van het recht op een ‘zo spoedig mogelijke’ beslissing brengt niet mee dat het verzoek van de officier van justitie moet worden afgewezen.
2
2 Motiveringsgebrek. Niet duidelijk is op welke grond de rechtbank heeft geoordeeld dat zij beschikte over voldoende informatie over de actuele geestelijke gezondheidstoestand van betrokkene.
Partij(en)
Betrokkene, adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.