NJB 2010, 393
HR, 12-02-2010, nr. 09/04961
HR 12-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK9150
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/04961
- Conclusie
A‑G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BK9150
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK9150, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK9150, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2009
- Wetingang
BOPZ art. 31 lid 2
Essentie
Wet Bopz. Termijnoverschrijding. Aftrek van dagen. HR: Indien de officier van justitie het verzoekschrift heeft ingediend na het einde van de geldigheidsduur van de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling en geen sprake is van vrijwillig verblijf van betrokkene in de instelling, kan de machtiging niet worden verleend voor een langere duur dan zes maanden, gerekend vanaf de datum waarop de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling verstreek.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. E. Grabandt,
tegen
de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Bij beschikking van 20 augustus 2009 heeft de rechtbank machtiging verleend tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.