NJB 2010, 390
HR, 12-02-2010, nr. 09/01632
HR 12-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0006
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, A. Hammerstein en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/01632
- Conclusie
A‑G mr. L. Strikwerda
- LJN
BL0006
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL0006, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL0006, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑04‑2009
- Wetingang
Rv art. 225 lid 1 aanhef; Rv art. 225 lid 1 onder c; Ow art. 3; Ow art. 18
Essentie
Onteigeningsgeding. Schorsing van het geding. HR:
‘zie A‑G. A‑G: De schorsingsbepaling van art. 225 lid 1 aanhef en onder c Rv (rechtsopvolging onder bijzondere titel) is niet van toepassing in het onteigeningsgeding.’
Partij(en)
Eisers, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
de gemeente Heerlen, adv. mr. J.A.M.A. Sluysmans.
Uitspraak
procesverloop
Eisers hebben cassatie ingesteld tegen een vonnis waarbij de vervroegde onteigening is uitgesproken van een aantal percelen. Ter rolle van de Hoge Raad hebben zij schorsing van het geding ingeroepen.
Hoge Raad, bij rolbeschikking
Op de gronden uiteengezet in de conclusie van de A‑G is van schorsing geen sprake. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.