NJB 2010, 387
HR, 05-02-2010, nr. 08/02855: Marokko/Aissaoui
HR 05-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6673 (Marokko/Aissaoui)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 februari 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02855
- Conclusie
A‑G mr. L. Strikwerda
- LJN
BK6673
- Roepnaam
Marokko/Aissaoui
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK6673, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK6673, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑06‑2008
- Wetingang
Europese Overeenkomst immuniteit van Staten art. 5 lid 1; Europese Overeenkomst immuniteit van Staten art. 5 lid 2; United Nations Convention on Jurisdictional Immunities of States and Their Property art. 11 lid 1; United Nations Convention on Jurisdictional Immunities of States and Their Property art. 11 lid 2
Essentie
Immuniteit van jurisdictie. Een op de Marokkaanse ambassade te Den Haag werkzame secretaresse wordt ontslagen. Zij stelt een loonvordering in bij de Nederlandse rechter. Kan de werkgever, het Koninkrijk Marokko, een beroep doen op immuniteit van jurisdictie? Art. 11 lid 2 onder (e) van het nog niet in werking getreden VN-Verdrag bevat dienaangaande een regel ten aanzien van werknemers die hun gewone verblijfplaats in de forumstaat hebben. HR: Dat is een regel van internationaal gewoonterecht.
Partij(en)
Het Koninkrijk Marokko, adv. mr. E. Grabandt,
tegen
de werkneemster, adv. mr. J.F.M. van Weegberg.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
De werkneemster, geboren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.