NJB 2010, 334
HR, 29-01-2010, nr. 09/00505: Van Wassenaar van Catwijck/Knowsley
HR 29-01-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BK2007 (Van Wassenaar van Catwijck/Knowsley)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/00505
- Conclusie
A‑G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BK2007
- Roepnaam
Van Wassenaar van Catwijck/Knowsley
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK2007, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK2007, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑01‑2009
- Wetingang
Essentie
Arbitrage. Een partij bij een arbitrageprocedure vordert in kort geding dat de arbiters worden veroordeeld tot afgifte van een verslag van de hoorzitting. HR:
1
1 Verslaglegging. Voor zover de arbiters ter zitting beslissingen hebben genomen, of partijen afspraken hebben gemaakt dan wel stellingen van de wederpartij als juist hebben erkend, zijn de arbiters gehouden op verzoek van een partij die beslissingen, afspraken of erkenningen vast te leggen in een schriftelijk verslag.
2
2 Procesvoering. Binnen de grenzen van art. 1036–1048 Rv en het eventueel overeengekomen arbitragereglement is het in beginsel aan het beleid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.