NJB 2010, 233
HR, 15-01-2010, nr. 08/01806
HR 15-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK0874
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 januari 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/01806
- Conclusie
A‑G mr. J. Spier
- LJN
BK0874
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK0874, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK0874, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2009
- Wetingang
Rv art. 612; Rv art. 613; Rv art. 614; Rv art. 615b; BW art. 7:414; BW art. 7:415; BW art. 7:416; BW art. 7:417; BW art. 7:418; BW art. 7:419; BW art. 7:420; BW art. 7:421; BW art. 7:422; BW art. 7:423; BW art. 7:424
Essentie
Lastgeving om een vordering in te stellen op eigen naam. Schadestaatprocedure. X drijft met twee zonen een onderneming in een maatschap. Hij vraagt een hinderwetvergunning aan. De Gemeente weigert die te verlenen. Vervolgens wordt de onderneming ingebracht in een BV. De Gemeente wordt veroordeeld tot schadevergoeding aan X wegens onrechtmatige weigering de Hinderwetvergunning te verlenen. In deze schadestaatprocedure voert de Gemeente het verweer dat niet X de gevorderde schade heeft geleden, maar de BV. HR:
‘In de hoofdprocedure was X niet gehouden te vermelden dat hij ter behartiging van de belangen van een ander optrad en heeft de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.