NJB 2009, 2257
HR, 27-11-2009, nr. 09/00978
HR 27-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ6596
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 november 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/00978
- Conclusie
A‑G mr. J. Spier
- LJN
BJ6596
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ6596, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ6596, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑03‑2009
- Wetingang
BW art. 7:681 lid 2; BW art. 7:685 lid 8
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag. Vergoeding. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld na een afweging van de omstandigheden aan de zijde van beide partijen, waarbij de gewone regels omtrent de begroting van schade(vergoeding) van toepassing zijn. De hoogte van de vergoeding is bovendien gerelateerd aan de aard en de ernst van het tekortschieten van de werkgever in zijn verplichting als goed werkgever te handelen, en aan de daaruit voortvloeiende (materiële en immateriële) nadelen voor de werknemer. De rechter moet zich steeds nauwkeurig rekenschap geven van de concrete omstandigheden en factoren die de hoogte van de vergoeding bepalen, en dient daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.