NJB 2009, 2254
HR, 27-11-2009, nr. 08/00724
HR 27-11-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7539
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 november 2009
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/00724
- Conclusie
A‑G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BJ7539
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ7539, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑11‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ7539, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑09‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2008
- Wetingang
BW art. 6:97; BW art. 6:106 lid 1
Essentie
Schadeomvang. Stelplicht. HR:
1 Materiële schade. Het oordeel dat de vordering tot vergoeding van inkomensschade niet toewijsbaar is omdat de benadeelde zijn vordering onvoldoende heeft onderbouwd, is onbegrijpelijk.
2 Immateriële schade. Het oordeel dat de vordering tot vergoeding van immateriële schade niet toewijsbaar is omdat de benadeelde niet het beloop daarvan heeft opgegeven, miskent dat deze vordering strekt tot een vergoeding naar billijkheid.
Partij(en)
A, adv. mr. R.A.A. Duk,
tegen
de Stichting Autoriteit Financiële Markten, adv. mr. E. Grabandt.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
AFM heeft onrechtmatig jegens A gehandeld door uitlatingen te doen die ertoe hebben geleid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.