NJB 2009, 1866
HR, 09-10-2009, nr. 08/00243
HR 09-10-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ0652
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 oktober 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel en F.B. Bakels
- Zaaknummer
08/00243
- Conclusie
A‑G A‑G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BJ0652
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Horecarecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ0652, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ0652, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑11‑2007
- Wetingang
Rv art. 143; Rv (oud) art. 81
Essentie
Verzettermijn. Daad van bekendheid. HR:
‘De maatstaf van art. 81 (oud)/art. 143 Rv houdt in dat de veroordeelde zelf een handeling moet hebben verricht waaruit ondubbelzinnig valt op te maken dat hij over voldoende gegevens met betrekking tot (de inhoud van) zijn veroordeling beschikt om zich daartegen tijdig en adequaat te kunnen verzetten. De door het hof vermelde omstandigheden laten niet de conclusie toe dat de veroordeelde een dergelijke handeling heeft verricht. In het bijzonder is niet begrijpelijk hoe uit de reactie van de veroordeelde valt af te leiden dat zij begreep dat het oorspronkelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.