NJB 2009, 1619
HR, 11-09-2009, nr. 07/13385
HR 11-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI6317
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 september 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
07/13385
- Conclusie
A‑G mr. L. Strikwerda
- LJN
BI6317
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI6317, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI6317, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑10‑2007
- Wetingang
Europese Overeenkomst immuniteit van Staten art. 5; VN-Verdrag van 2 december 2004 inzake Jurisdictional Immunities of States and Their Property, Doc. A/59/508 art. 11
Essentie
Internationale rechtsmacht. Volkenrechtelijke immuniteit. Een Marokkaanse chauffeur bij het Consulaat-Generaal van Marokko te Rotterdam vecht zijn ontslag aan. Het Hof acht de Nederlandse rechter onbevoegd wegens de volkenrechtelijke immuniteit van het Koninkrijk Marokko. HR: 1. Toegang tot de rechter. De regels van staatsimmuniteit van jurisdictie houden geen disproportionele inperking in van het recht op toegang tot de rechter. 2. Motivering. Het oordeel dat de werknemer in Nederland geen ‘permanent residence’ in de zin van art. 11 lid 2, onder e, van het VN-Verdrag bezit, is onvoldoende gemotiveerd in het licht van het gedocumenteerde betoog van de werknemer.