NJB 2009, 1216
HR, 12-06-2009, nr. 07/13160
HR 12-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH5464
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juni 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/13160
- Conclusie
A‑G mr. P.J. Wattel
- LJN
BH5464
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH5464, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑06‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH5464, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑11‑2007
- Wetingang
Ow art. 40b lid 2; Ow art. 41
Essentie
Onteigening. Na onteigening verkoopt de onteigende het overblijvende aan Schiphol voor een hoog bedrag. De rechtbank leidt uit die transactie enerzijds niet af dat het onteigende ook hoog moet worden gewaardeerd, maar anderzijds wel dat er geen sprake is van waardevermindering van het overblijvende. HR: 1. Die oordelen zijn niet onbegrijpelijk of onverenigbaar, mede gelet op het verschil in bestemming van het onteigende (agrarisch) tegenover de bestemming van het overblijvende (luchtvaartdoeleinden). 2. Uitgangspunten bij vaststelling van waardevermindering van het overblijvende (zie hoofdtekst).
Partij(en)
X en Y, adv. mr. M.E. Gelpke,
tegen
de Staat der Nederlanden, Ministerie van Verkeer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.