NJB 2009, 930
HR, 24-04-2009, nr. 08/01686
HR 24-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH3188
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 april 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/01686
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BH3188
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH3188, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH3188, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑03‑2008
- Wetingang
Ow art. 3 lid 2; Ow art. 18 lid 5; Ow art. 42a; Ow art. 52 lid 3
Essentie
Onteigening. Ontvankelijkheid in cassatie.
1
1 Cassatieverklaring. Het niet betekenen van een tijdig afgelegde cassatieverklaring is een vormverzuim dat zich leent voor herstel in een geval waarin tijdig is gedagvaard. Dit zou anders zijn indien de verweerder zou zijn bemoeilijkt in het voeren van verweer, maar daarvan is geen sprake, nu de verweerder in de dagvaarding in kennis is gesteld van het bestaan van de cassatieverklaring.
2
2 Partij. Nu eiseres 4 tot dusver geen partij is geweest in het onteigeningsgeding en ook niet op enigerlei andere wijze in het geding is opgetreden, kan zij niet in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.