NJB 2009, 708
HR, 20-03-2009, nr. C07/201HR
HR 20-03-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG9458
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 maart 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C07/201HR
- Conclusie
A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BG9458
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG9458, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG9458, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑03‑2009
- Wetingang
BW art. 1:155; BW art. 6:2
Essentie
Pensioenverevening. Een gescheiden vrouw vordert dat de BV van haar ex-echtgenoot overgaat tot afstorting van bedragen bij een externe pensioenverzekeraar. HR:
1
1 Afstorting. De tot verevening verplichte echtgenoot, die als directeur‑grootaandeelhouder de rechtspersoon beheerst waarin de te verevenen pensioenaanspraak is ondergebracht, is in het algemeen verplicht zorg te dragen voor afstorting bij een externe pensioenverzekeraar van het kapitaal dat nodig is voor het aan de andere echtgenoot toekomende deel van de pensioenaanspraak.
2
2 Verhouding rechtspersoon/vereveningsgerechtigde. Onjuist is de opvatting dat eerst dan een verplichting tot afstorting op de rechtspersoon kan rusten, indien zulks uitdrukkelijk is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.