HR, 06-03-2009, nr. C07/138HR

Documentgegevens:

HR 06-03-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG5051

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 6 maart 2009
Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel
Zaaknummer: C07/138HR
Conclusie: A-G Keus
LJN: BG5051
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Horecarecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2009:BG5051, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑03‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG5051, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2008
Wetingang: Rv art. 343; Rv art. 344; Rv art. 345; Rv art. 346; Rv art. 347; Rv art. 348; Rv art. 349; Rv art. 350; Rv art. 351; Rv art. 352; Rv art. 353; Rv art. 354; Rv art. 355; Rv art. 356; Rv art. 357

Essentie

Nieuwe grief. X vordert schadevergoeding op de grond dat een fout is gemaakt bij de totstandkoming van een goedkeuringsbesluit van een bestemmingsplan, waardoor het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan vertraging heeft opgelopen. De rechtbank wijst de vordering af, overwegende dat de vertraging niet tot schade kan hebben geleid. Bij memorie van grieven betoogt X dat reeds de gemaakte fout tot verwijzing naar de schadestaatprocedure had moeten leiden. Bij pleitnota in hoger beroep betoogt X dat de vertraging wel tot schade heeft geleid. HR: Het betoog bij pleidooi houdt een nieuwe grief in. Nu uit de stukken van het geding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.