NJB 2009, 558
HR, 27-02-2009, nr. C07/165HR
HR 27-02-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG6230
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 februari 2009
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/165HR
- Conclusie
A-G J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
BG6230
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Horecarecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG6230, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG6230, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑02‑2009
- Wetingang
Rv art. 347 lid 1; Rv art. 421
Essentie
Geding na verwijzing. Vervolg op HR 20 februari 2004, NJ 2004, 254. Het verwijzingshof geeft een bewijsopdracht en acht daarna het bewijs geleverd. HR: 1. Producties. Het stond het hof vrij de producties te betrekken bij zijn beoordeling van het getuigenbewijs, nu deze producties betrekking hadden op al vóór de cassatie-instantie ingenomen stellingen. 2. Conclusie na verwijzing. De klacht dat eiser niet tot het nemen van een conclusie is toegelaten, mist feitelijk grondslag, nu niet blijkt dat hij daarom heeft verzocht.
Partij(en)
Van Heeckeren (de verkoper), adv. mr. A.H. Vermeulen en mr. C.S.G. Janssens,
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.