RvdW 2009, 309
HR, 13-02-2009, nr. C07/151HR
HR 13-02-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG5629
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 februari 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C07/151HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BG5629
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG5629, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG5629, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑02‑2009
Essentie
Onteigening. Waardedaling ‘overblijvende’ begroting omrijschade.
Falende motiveringsklachten tegen het oordeel van de rechtbank dat naast de waardevermindering van het na onteigening overblijvende, geen sprake is van bijkomende schade, en tegen de begroting door de rechtbank van de omrijschade.
Partij(en)
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2], beiden te [woonplaats], eisers tot cassatie, adv. mr. P.J.L.J. Duijsens,
tegen
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Verkeer en Waterstaat), te 's‑Gravenhage, verweerder in cassatie, adv. mr. M.W. Scheltema.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Nadat de rechtbank Roermond op verzoek van de Staat bij beschikkingen van 7 en 15 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.