NJ 2009, 84
HR, 30-01-2009, nr. C07/158HR
HR 30-01-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BF7411
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 januari 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/158HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BF7411
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BF7411, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑01‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BF7411, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑03‑2007
- Wetingang
Rv (oud) art. 771 e.v.
Essentie
Rekening en verantwoording; art. 771 e.v. (oud) Rv?; raming saldo; deskundigenbericht; vrijheid rechter; stelplicht en bewijslast.
Gelet op de wijze waarop de vordering was ingericht en de veroordeling van de rekenplichtige tot het doen van rekening en verantwoording op de voet van art. 771 (oud) Rv., was het hof gehouden het saldo van de rekening vast te stellen. Terecht heeft het hof dat bij wege van raming gedaan, nu het blijkbaar als gevolg van de onvolledigheid van de door de rekenplichtige verschafte gegevens, niet mogelijk was dat saldo met voldoende mate van zekerheid en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.